Categoriearchief: tips

Google Analytics

Een vreselijk handig en hier en daar verwarrend hulpmiddel.

Wat doet Google Analytics?
GA (want dat typt fijner) is een google service die me helpt bijhouden hoe mijn blog bekeken wordt. Het laat me allerlei dingen bijhouden, zoals:

  • Hoeveel mensen er op mijn blog kijken. (*zwaait*)
  • Welke posts er het meeste bekeken worden.
  • Hoe lang mensen op mijn blog blijven en hoe vaak ze doorklikken.
  • Waar mensen vandaan komen.
  • Van welke site mensen vandaan komen.
  • Op welke pagina ze terecht komen.
  • Hoeveel nieuwe mensen er zijn
  • etc.

Je kunt het zo gek niet bedenken…
En ja, het voelt inderdaad wat stalkerig soms.

Van sommige views weet ik wie ze zijn. (I see you there.) Dan kijk ik op mijn overzicht en dan denk ik: ‘Goedemorgen, persoontje.’ (Waarbij persoontje de naam is uiteraard.)
Anderen ken ik niet, maar wens ik alsnog ‘goedemorgen’ in mijn hoofd, al ken ik de naam dan niet.

Soms sta ik voor raadsels.
Zo kreeg ik ooit eens views uit Rusland, Samara op precies te zijn. Ik wist niet eens dat dat bestond. Maar goed, het kan. Ik weet niet hoe die persoon op mijn blog terecht kwam, want de ‘source’ was een site die ik niet herkende, maar ja…
Ik kreeg meer views uit rusland, maar geen nieuwe meer. Het was dus allemaal dezelfde bron. Dat was wel interessant, ik had een fan in Rusland. Iemand die blijkbaar goed genoeg Nederlands spreekt om mijn blog boeiend te vinden. Ook niet vreemd op zich. Er wonen ten slotte Nederlanders in Rusland. Maar de ‘source’ bleef vreemd zijn. Vreemde sites waar ik nog nooit van gehoord had en die me doorstuurden naar andere sites. Toen ben ik gaan googelen en toen bleek het een ‘referral-bot’ te zijn.
O.O <– Dat was mijn hoofd. Waarom bekijkt een bot mijn site? Ik ben er nog steeds niet achter…
Ik ben nu eens in de zoveel tijd bezig om het ding weer uit mijn vieuws te krijgen als ie weer een nieuwe weg heeft gevonden. Hij maakt mijn data in de war o`_’o

Vandaag gebeurde er ook iets boeiends. Er zijn vier nieuwe mensen op mijn blog gekomen. (Welkom trouwens.) Eén daarvan is direct op mijn site gekomen, dus niet via een andere site. De andere drie via Google. Alle drie zijn ze op dezelfde pagina uitgekomen, en dat is ook nog één van mijn minst interessante pagina’s… Ik snap het niet. Ik ben nu wel heel erg benieuwd naar wat die mensen gemeen hebben en hoe ze bij mij terecht komen. (Als één van jullie dit leest, ik ben echt heel benieuwd.)
Misschien zal ik het nooit weten… Oh, de raadsels van mijn blog. Ik zou er ééns een boek over moeten schrijven.

afleiding

Alhoewel ik beter op gang kom dan eerder gaat het schrijven toch nog tergend traag. Ik blijf afgeleid raken en op de een of andere manier zijn er duizenden interessantere dingen als je aan het schrijven bent.

Er is het internet. De grote oceaan die het internet is. Er zijn allemaal sites die allemaal iets te melden hebben, en stel je voor dat je iets mist. Ik heb momenteel (nog) geen smartphone, maar dat zal het niet beter maken. Het ergste is dat ik trucjes ken om de afleiding tegen te gaan.

Er is de kookwekker methode:
Zet een kookwekker op de tijd die je wilt schrijven (of dat andere wat je wilt doen). Nu ga je aan de slag totdat hij piept.
Waarom dit werkt? Ik heb het idee dat als je geen vaste tijd afspreekt het zo leeg is dat je net zo goed nu op al die sites kunt kijken. Je moet het toch een keer doen. Als je die vaste tijd afspreekt kun je makkelijker zeggen: ‘Nee, nu niet. Dat mag ik als de pieper gaat.’

Er is de ‘geen internet’ methode:
Zet je browser gewoon lekker uit. Of zet je internet uit, dat kan met sommige laptops gewoon met een simpel knopje.
Of je zet gewoon je router/modem uit. (Dit zou ik trouwens niet aanraden als er meer mensen gebruik van dat internet maken… die kunnen dan chagrijnig worden.)

Er is de ‘full screen’ methode:
Als je de taakbalk niet meer ziet zul je minder snel geneigd zijn om op die knopjes te klikken.
Als je twee beeldschermen hebt dan is dat effect misschien weer wat weg.

De ‘vraag een vriend of familielid’ methode:
Iets met achter je gaan staan met een zweep of stomp voorwerp.

Misschien dat ik één van deze morgen maar eens moet gaan proberen…

inspiratie: Story Cubes

Misschien heb je er wel eens van gehoord of heb je ze wel eens zien liggen: Rory’s story cubes.
De ‘story cubes’ zijn 9 dobbelstenen met plaatjes op de zijden in plaats van getallen. Het idee is dat je de 9 plaatjes gebruikt om een verhaal te vertellen.
Dit kan in een gezelschap of alleen. Het is denk ik vrij makkelijk in te zien hoe je dit als inspiratie zou kunnen toepassen. Het spel is er immers voor gemaakt om je een verhaal te laten maken.
Sowieso vind ik de plaatjes er wel leuk uitzien.

Ik zie (op dit moment) twee manieren om het toe te passen:

  1. Stel je wilt meedoen aan een wedstrijd, maar je hebt nog geen flauw idee wat voor verhaal je wilt insturen. Eigenlijk begin je gewoon vooraan.
    Waar wil je iets over schrijven? Weet je het niet? Dan gooi je met de story cubes.
    (Ik ben benieuwd of ik iets zou kunnen met deze 9 stenen.)
  2. Je zit vast in een verhaal, je weet even niet hoe het verder moet. Gooi de stenen, of kies er random één uit en gooi die. Kun je iets met dat plaatje? Kan het een plek krijgen in je verhaal. Probeer het er eens in te verwerken.
    En als dat nou niet lukt, dan moet je dat beargumenteren. Hoe dan ook, je leert wel iets over je verhaal.

Meer manieren zullen er waarschijnlijk nog wel zijn, ik ben benieuwd naar wat anderen bedenken!

Hoe je aan de dobbelstenen komt? Persoonlijk heb ik ze ooit eens in mijn boekhandel zien liggen, maar als je minder geluk hebt dan kun je ze ook van de website bestellen (zie link bovenaan.) Oh, en ik weet zeker dat bol.com je ook wel van dienst wil zijn, die mensen verkopen tegenwoordig alles.

‘Don’t quit your day job’

Het is een uitspraak die ik weleens ben tegengekomen in de wijde wereld van het internet. En misschien zelfs wel daarbuiten, maar daar kom ik eerlijk gezegd wat weinig.
‘Don’t quit your dayjob.’
De uitspraak wil eigenlijk zeggen dat je je baan nodig blijft hebben als schrijver. Hieronder leg ik uit waarom ík het met de uitspraak eens ben wat betreft mezelf.

Sowieso zul je aan het begin van je schrijfcarrière geen cent verdienen. Zelfs al ben je bezig met de ultieme bestseller die de hele wereld overgaat én een filmcontract of twee oplevert, dan nog zul je dat boek eerst moeten schrijven en terwijl je dat doet krijg je nog geen cent.
(Ok, er zijn misschien een paar enkele gevallen waarin een uitgever het al zo’n goed idee vind dat je betaald krijgt, maar laten we daar voor het gemak maar niet vanuit gaan.)
In die periode dat je schrijft zul je echter wel moeten blijven eten, je zult je computer en je notitieboekjes moeten betalen. Je zult gasrekeningen en waterrekeningen en elektriciteitsrekeningen en andersoortige rekeningen krijgen. En daar moet je wel het geld voor hebben. En daar heb je die ‘day job’ voor nodig. Je zult dan echter niet een volledige werkdag aan je schrijven kunnen besteden en dus langer over je boek doen.
Er is in Nederland natuurlijk een sociaal vangnet voor als je geen baan hebt, maar dat gaat gepaard met een sollicitatieplicht en een re-integratie enzovoorts, en ik weet niet of de bijbehorende stress je veel gaat helpen. Maar van mij mag je dat ook proberen, ik zou niet durven te beweren dat mijn manier de beste is. Iedereens leven is anders, en dat is maar goed ook.

We gaan verder in de tijd. Je droom is in ieder geval gedeeltelijk uitgekomen. Je hebt je boek geschreven, geredigeerd, nog een keer gelezen, nog een keer geredigeerd. Je hebt het laten proeflezen, je hebt het nog een keer geredigeerd. Hoe dan ook, je hebt het boek af! Je hebt een uitgever gevonden, of je bent voor de POD optie gegaan óf je hebt het helemaal zelf uitgegeven. Je boek wordt verkocht. Je eerste royalties komen binnen. Maar helaas zul je moeten constateren dat je er niet van kunt leven. Dat is prima, je bent pas debutant. Je bent nog niet bekend, maar dat komt nog wel. Maar tot die tijd zul je die ‘day job’ toch nog nodig hebben om te kunnen eten enzo.
En hier moet ik eerlijk zijn. Het kán dat dit blijft. Misschien is je doelgroep te klein, misschien is je boek toch niet het beste wat er op de markt is, misschien bereik je je doelgroep niet… Het kan, dat is de harde werkelijkheid.
(Gelukkig ben je met je tweede boek bezig en dat wordt sowieso beter!)

Het kan ook heel goed gaan. Je wordt bekend, je wordt beroemd! Je kunt leven van het bedrag wat je royalties opleveren. Time to quit the day job! Wat mij betreft nog steeds niet. Schrijven is een vrij eenzaam beroep, met uren achter je bureau, nog meer uren achter je raam terwijl je naar buiten staart. Ik ken mezelf… dan komt er waarschijnlijk ook niets nuttigs meer uit mijn vingers. Ik denk dat ik voornamelijk een baan zou hebben voor die reden. Om in een ritme te blijven, om iets te doen te hebben tussen het schrijven door. Om inspiratie uit te halen.
Maar dat ben ik, dat is mijn keuze.

motivatie en voornemens

Zaterdag is de TGIO-party, de Thank God It’s Over party. Dit slaat op Nanowrimo, waarvan we allemaal blij zijn dat dat tempo niet meer hoeft.
Toch?

Ik heb dat verhaal nog steeds niet af, en ik had me nog zo hard voorgenomen om dat zo snel mogelijk te doen. De motivatie is er een beetje vanaf nu ik de 50K deadline niet meer boven mijn hoofd heb hangen. Dat was natuurlijk een harde deadline, daar kon ik niet onderuit. Als ik de 50k niet zou hebben gehad op 30november dan zou ik mijn verhaal niet hebben kunnen valideren en had ik niet kunnen winnen.
En nu? Ik moet nog wat schrijven en zoveel is het niet echt meer. Ik heb een nieuwe deadline van 15december waar ik mijn ruwe versie af wil hebben én een aantal opmerkingen wil verwerken. (De meest duidelijke, de opmerkingen in de trant van: ‘dit woord is stom’). Maar dat is geen harde deadline. Wat maakt het uit dat ik dat niet haal? Het kan de 16e vast ook nog af, verder heb ik nog de tijd, want zoveel werk is het niet.

Je raadt misschien al, dat schiet niet op. Op deze manier ga ik het niet afkrijgen. Dus ik heb extra motivatie nodig.
Het helpt vast al een beetje als ik tegen mezelf zeg dat ik de deadline moet halen, want waarom zou ik anders een deadline hebben gemaakt? Als ik deze deadline niet haal, dan ga ik de rest ook niet halen, dan krijg ik nooit meer wat af. – Ik geef toe, dat is wat dramatisch. Maar in essentie werkt dit voor mij wel zo. Ik blijf dingen uitstellen. En dit keer gaat dat anders! Dat is waarom ik die deadline zo graag wil halen!

Maar er is nog iets. Die bijeenkomst van zaterdag. Het zou zo mooi zijn als ik daar kon zeggen dat ik het verhaal ook af had. Zou me dat lukken? Voordat ik weg moet op zaterdag het verhaal af hebben? Een redelijke deadline, los van mijn studie.
Want mijn studie eist helaas een hoop van mijn tijd en vooral energie. Desalniettemin heb ik de avonden over en ben ik op dit moment vastbesloten om die tijd nuttig te besteden!

inspiratie: Pinterest

Waar haal ik mijn inspiratie vandaan?
Eén methode, die ik hier vandaag zal bespreken, is Pinterest.

Voor wie het niet weet:
Pinterest is een site waar je plaatjes op kunt pinnen. Aan zo’n plaatje zit dan de oorspronkelijk site gekoppeld zodat je ook kunt opzoeken wat het plaatje betekend.
Mensen gebruiken het bijvoorbeeld om een maaltijd te pinnen, wat tergleidt naar het recept, of ze pinnen een mooi sieraad met de site waar je hem kunt kopen. Er zijn vast allemaal andere toepassingen te bedenken.
Dit alles pin je op een bord met een thema en dat kunnen andere mensen dan weer volgen. En jij kunt borden volgen die overeenkomen met jouw interesse. Zo kun je elke dag weer nieuwe pins ontdekken. Dat is het idee.

Ikzelf gebruik het om mooie plaatjes te pinnen (en eerlijk gezegd kan het mij niet zoveel schelen wat er achter zit). Ik volg een hele hoop borden met plaatjes die mij inspireren en die pin ik dan op mijn inspiratiebord. Ik heb weleens inspiratie gekregen door ‘fantasy‘ in de zoekbalk in te voeren. Ik kijk dan wat bij de plaatjes rond en probeer te bedenken waar ze over gaan. Als ik op zoek ben naar iets met een sfeer, dan probeer ik bijvoorbeeld ‘fantasy dark‘, enzovoorts
Deze methode heeft me al vele malen verder geholpen als ik vast kom te zitten.

Een waarschuwing is echter op zijn plaats. Ik kom er weleens achter dat ik al een uur aan het browsen ben. Elk interessant plaatje leidt weer naar nieuwe plaatjes die ook allemaal interessant zijn.
Zo ben al snel heel veel tijd kwijt die ik eigenlijk in mijn typwerk had moet stoppen.

schrijfoefening: neem je karakter te gast

Wat doe je als je vastloopt? Wat doe je als je even niet meer weet hoe het zit? Hoe kun je je karakter beter leren kennen?
Een blogpost bedoeld om dit soort vragen te helpen beantwoorden. Werkt dit voor jou? Ik zou het graag horen. Werkt het niet? Dan hoop ik dat een andere oefening je wel helpt en ook dat wil ik graag horen. Suggesties? Ik zou het graag horen.

Deze oefening is bedoeld om je karakter te leren kennen en (in bepaalde gevallen) de wereld van je karakter te leren kennen. Hoe? Door je karakter bij jou thuis uit te nodigen.

De bel gaat en hij/zij staat opeens op de stoep. Wat doe je? Heb je eigenlijk wel zin om je karakter in huis te hebben? Waarom niet? Zou je de keus hebben?
Wat gaan jullie als eerste samen doen? Gaan jullie uit eten of heb je genoeg in huis voor jullie beiden? Waar slaapt hij/zij? Wat zou je karakter van jou huis vinden? etc.
Wat gebeurd er als je met je karakter naar buiten gaat? Wat vind hij/zij vreemd of normaal?

Zo leer je je karakter kennen door zijn/haar reacties en je leert diens wereld kennen doordat zij/hij bepaalde dingen bij jou wel of niet zou herkennen.

Hell Week

De tweede week van November staat in de NaNoWriMo wereld bekend als ‘hell week’. Misschien heb je de term al gehoord, bijvoorbeeld in eerder posts in deze blog.

Maar wat is hell week nou eigenlijk? En waarom bestaat het? en, de belangrijkste vraag: Wat doe ik ertegen?

Wat het is:
Hell week is de week waarin wrimo’s gemiddeld aan zichzelf gaan twijfelen. Je bent een week bezig en je momentum loopt een beetje af. Je hebt opeens de tijd om spreekwoordelijk neer te kijken op je werk. En dan zul je je realiseren dat je bagger hebt getypt.
NB: ik zeg niets over of deze realisatie waar is, het gaat er om hoe het ervaren wordt.
Je komt erachter dat dat wat op (digitaal) papier staat niet is wat je had verwacht, de magie mist. Je plot loopt niet lekker en er zitten zelfs al wat gigantische gaten in. Je hebt jezelf ondertussen ergens tegengesproken en je weet niet hoe je dat moet oplossen.
Waarom zou je nog verder gaan?

Wat je eraan doet:
Weet dat dit normaal is en leg het naast je neer. Je doet het nu niet voor kwaliteit (zie een eerdere post), maar voor je woordjes. Meesterwerken worden niet meteen geschreven en dat hoef je ook niet van jezelf te verwachten. (Mag wel, maar dan maak je het jezelf ook niet makkelijk.)
Die plotgaten? Zet ergens een opmerking en ga door. Ga tegen je vrienden ranten, geloof me, dat werkt. Maar het meest belangrijke: Blijf. Typen!
Als het goed is gaat het volgende week weer over. En dan zou het zonde zijn als je hebt opgegeven.

Je kunt het!

Kwantiteit vs. Kwaliteit

tioptiMoet je gaan voor kwaliteit of kwantiteit?

Na 5 dagelijkse posts over hoe mijn leven gaat tijdens Nano leek het me een keer tijd voor een wat algemene post over het schrijfproces. Omdat het november is leek dit onderwerp me heel geschikt.
Het is namelijk een vaak gebruikt argument tegen NanoWrimo: Als je zo erg gefocust bent op woorden woorden woorden, dan kun je geen kwaliteit neerpennen. Dus Nanowrimo is slecht voor je boek.

Hier ben ik het niet mee eens. Duidelijk, want ik doe mee met Nano. Maar ik kan ook uitleggen waarom.
Het eerste deel van die stelling vind ik al discutabel.

Als je zo gefocust bent op woorden, dan kun je geen kwaliteit neerpennen.
Het zou voor een aantal mensen best waar kunnen zijn en daar kom ik later op terug.
Voor veel mensen is het gewoon niet waar!
Er zijn schrijvers die jarenlang research doen en dan in één keer een boek neerpennen. Zeggen dat ze daarmee geen kwaliteit kunnen leveren is in mijn mening gewoon arrogant.

Maar, toegegeven, voor veel mensen is het wel gewoon waar. Ik ben één van die mensen. Wat ik aan het eind van deze maand heb geproduceerd is niet geschikt voor uitgave. Maar is het slecht? Natuurlijk niet!
Het punt wat deze kritische mensen namelijk vergeten voordat ze dit soort stellingen de wereld ingooien is: Ik ga wat ik deze maand schrijf niet direct opsturen naar een uitgeverij om uit te laten geven. Ik ben niet van plan om mijn manuscript naar een POD bedrijvje te mailen en het op de markt te brengen. Dat is (voor mij) ook niet het doel van NaNoWriMo.
Het doel is om dat boek op papier te krijgen.

Ik ben een perfectionist. Ik wil iets perfect hebben of ik geef het op. En dingen perfect krijgen is moeilijk. Een boek perfect krijgen… onmogelijk.
Er is altijd iets wat beter kan, er is altijd iets wat ik beter kan uitwerken, etc. Als ik mijn tijd neem om een goed boek neer te zetten dan komt er nooit wat op papier. NaNoWriMo dwingt me om mijn verhaal op papier te zetten. Ben ik er niet blij mee? Jammer dan! Zet het op papier!
En dat is de manier waarop ik aan het eind van november een verhaal heb. Het is niet perfect, het is niet een goed, maar het is iets. En ‘iets’ is oneindig meer dan wat ik anders zou hebben gehad, namelijk ‘niets’.
Dit is een les die ik in 2010 heb geleerd, toen ik voor het eerst mee heb gedaan. Het is een les die ik daarna heb toegepast in vele aspecten van mijn leven.
Een verslag maken? Begin met typen.
Een kort verhaal maken voor een wedstrijd? Begin met typen.
Een blog beginnen? Begin. met. typen.
Niemand begint perfect en dat hoeft ook niet. Er is maar één manier waarop je het kunt leren en dat is het doen.

Dus als je mij vraagt wat ik belangrijker vind, kwantiteit of kwaliteit, dan is mijn antwoord:
Beide.
Als ik iets uitgeef dan wil ik iets kwalitatiefs op de markt brengen. Ik wil graag goede verslagen maken. Ik wil die wedstrijd winnen. Ik wil een blog maken die mensen willen lezen.
Maar hoe kan ik van mezelf verwachten dat ik kwaliteit lever zonder eerst kwantiteit geleverd te hebben?
Daarom ga ik deze maand voor woorden. Veel. Woorden.
In januari maak ik me wel weer zorgen over wat ik nou daadwerkelijk heb geschreven.

over plotten

Hoe kun je het beste plotten?
Een uitstekende vraag die helaas voor iedereen een ander antwoord kent. Desalniettemin wil ik graag toelichten hoe ik daarin te werk ga, wie weet kun je daar tips uithalen die je voor jezelf kunt gebruiken.

Dit jaar ga ik beter voorbereid november binnen dan ooit tevoren, aangezien ik sinds vorig jaar een soort systeem van plotten heb. Zoals ik in een eerdere blogpost al had aangegeven, voorbereiding is geen vereiste om te beginnen met schrijven, maar ik merk zelf dat het wel scheelt als ik wat heb.

Zie hier mijn plotboekje. Ik kan helaas de binnenkant niet laten zien omdat dat gevoelige informatie is, namelijk het plot van mijn boek. Maar ik kan wel uitleggen hoe ik te werk ga.
Vorig jaar realiseerde ik me dat alhoewel ik allerlei ideeën had voor mijn verhaal die ik zelfs hier en daar had opgeschreven, ik geen enkele vorm van overzicht heb over het alles. Ik heb een tijdje een programma gebruikt dat Scapple heet, een soort mindmap programma, maar moest concluderen dat dat het voor mij niet overzichtelijker op maakte. (Wie weet werkt het voor jou wel, dus neem vooral een kijkje op de demo.)
Dus ik was op zoek naar overzicht. Toen zag ik bij de Albert Heijn eenvoudige zwarte A5 notebooks liggen. Ik ben helemaal dol op notebooks, zelfs als ze gewoon simpel zwart zijn, dus ik kocht er één onder het motto dat ik het in ieder geval kon proberen. (Ook al wist ik nog niet helemaal wat ‘het’ eigenlijk was.) Dat was hetzelfde boekje als op de foto, maar dan voor een ander boek.
Ik begon met de werktitel in het boekje opschrijven en het genre etc, dat is niet super behulpzaam, maar ik vond dat het erin moest.
Toen ben ik begonnen met een onderwerp opschrijven, een stuk van mijn plot waarvan ik wist dat ik meer moest verzinnen. Ik schreef op wat ik wist en welke vragen ik er nog over had. Als ik me een nieuw onderwerp had bedacht dan schreef ik het op de pagina erachter en deed daar hetzelfde. Ik kreeg uiteindelijk pagina’s vol met plot, achtergrond, karakterbeschrijvingen en vragen. Veel vragen.
En voor elke vraag die ik antwoordde kreeg ik er weer een hoop voor terug. Dat was wel even wennen, maar na een tijdje ging ik zien dat hoewel ik me er steeds meer van bewust werd dat ik eigenlijk niets wist ik steeds meer ook wél ging weten.

Als ik dan even geen inspiratie meer had bladerde ik door het boekje totdat ik een vraag kon beantwoorden. Lukte dat niet dan ging ik ‘gewoon een vraag beantwoorden’ -> Ik zorgde maar dat ik het antwoord ging weten.
Het boekje gin overal mee naartoe. Als me iets te binnen schoot ging het erin. Als ik me verveelde ging ik bladeren en denken en vragen. (Ik doe heel veel plotwerk tijdens colleges… *oeps*)

Maar overzicht? Want dat was mijn doel toch?
Overzichtelijk was het misschien niet. Maar ik wist nu dat er dingen instonden en als ik bladerde werd ik weer aan dingen herinnert. Ik had de pagina’s na een tijdje genummerd (wat een rotwerk!) en kon zo van onderwerp naar onderwerp verwijzen. Voor mij werkte het. Voor mij werkt het nog steeds.

Met mijn huidige verhaal heb ik nu aangegeven waar ik nog naar moet kijken voordat ik het boek af kan krijgen. Ik heb nu een heel legertje uilen die me heel verwijtend aankijken. Betekend dit dat ik er niet klaar voor ben morgen? Nee, verre van. Ik weet nu waar de gaten zitten. En een deel wijst zich vanzelf als ik eenmaal begin met schrijven. En daardoor blijf ik tijdens november ook nog plotten.
En… Ik denk dat ik het bijna jammer ga vinden als ik die gaten opvul.. Ik vind de uiltjes wel leuk zo boven op mijn boek.