De dag dat ik mijn inhaalslag ging maken. Dat is hoe ik vandaag ben ingegaan. En dat werkte wel. Ondanks het feit dat ik alsnog op schema was, door mijn 5000 woorden op de 1e, was ik vandaag vastbesloten om die 3400 woorden te doen vandaag.
Ochtenden bij mijn moeder thuis beginnen heel traag. We staan vaak later op dan ik in mijn eentje zou hebben gedaan. Daarna ontbijten we gezamenlijk, wat daarmee altijd vele malen langer duurt dan dat ik alleen zou ontbijten. Dit alles vindt ik niet erg, ik vind het wel gezellig en het is goed om het hele gezin om tafel te hebben. Maar voor mijn schrijftijd is het vrij funest.
Desalnietemin heb ik een hoop woorden geschreven vandaag.
Om drie uur ging ik door de 1700 woorden, waardoor ik in ieder geval niet meer achter liep. Dat gaf me de hoop om door te gaan, want dat is soms het belangrijkste.
Iets na zessen, nog voor het avondeten, had ik over de 3400 woorden geschreven, waarmee ik mijn achterstand van vrijdag makkelijk heb ingehaald.
Ik loop nu nog verder voor doordat ik op vrijdag wel wat woorden had getypt en omdat ik vandaag nog ’s avonds door heb getypt. (Al was dat laatste niet zoveel… ik had niet zoveel woorden meer over.)
Het lijkt er in ieder geval op dat hell week mij dit jaar toch overslaat.
Morgen ga ik de lange reis terug naar mijn eigen huisje weer ondernemen. Dit neemt best wel wat tijd in beslag. Misschien ga ik in de trein schrijven, misschien ga ik lezen.