Het is altijd mooi om erachter te komen dat je ergens in vooruit gaat.
Ik ben dyslectisch, licht dyslectisch zoals dat bij mij op school heette. Dat betekende in de praktijk voornamelijk dat ik den mooie grote D boven mijn toetsen kon zetten en dat docenten dan niet zouden letten op mijn spelling – of er in ieder geval geen punten aftrek voor in rekening brachten.
Dit kan in het ‘echte leven’ helaas niet. Helaas, maar wel begrijpelijk. Daar maakte ik me eerder wel zorgen over. Hoe moest ik nou als schrijver de wereld in als ik de Nederlandse spelling niet eens beheers? Een moeilijke kwestie.
Uiteraard zijn er altijd mensen die je kunt vragen om jouw stuk te lezen, mensen die wellicht beter zijn in spelling dan je zelf bent. Maar het zou zo veel beter zijn als ik het direct goed deed.
Maar er was hoop! Met dank aan spellingcheckers zie ik direct wanneer een woord fout is. Ik ga dan meteen terug om te kijken hoe het wel moet en waarom. Hier en daar moet ik het even opzoeken of navragen, maar meestal staat het woord er na afloop goed in.
Omdat ik tijdens het schrijven mijn spelling in de gaten houd kom ben ik constant bezig om mijn spelvermogen te verbeteren.
Ik merk nu dat dat zijn vruchten begint af te werpen. Ik zie nu al zelf wanneer een woord fout is en woorden die ik eerder veelvuldig fout deed doe ik nu in één keer goed. Ik ben trots op mezelf!