Zo, het was een lange dag gisteren. Lang, maar het totally worth it.
Gisteren was namelijk de uitreiking van Fantastels 2016, een verhalenwedstrijd voor verhalen in het fantastische genre. En zoals elk jaar was dat weer reuze spannend en gezellig.
Laat ik eerst even babbelen over mijn eigen inzending.
Ik heb voor het eerst meegedaan aan Fantastels in 2013 met een verhaal wat niet super hoog eindigde. In 2014 maakte ik dat goed door op de 8e plaats te eindigen met het verhaal wat uiteindelijk, in nieuwere vorm, is uitgebracht als ‘Een laatste dag’. In 2015 besloot ik een pauze in te lassen. De fantastels deadline viel midden in mijn stage en elk verhaal wat ik probeerde te schrijven was meh… Het was waarschijnlijk een verstandige beslissing, maar ik vond het echt mega-jammer dat ik niet meedong naar een prijs. (Ben toen wel gezellig naar de uitreiking gegaan…)
In 2016 was ik vastbesloten om weer wat in te sturen. Ik had een verhaal getypt, wat echt potentie had, en dat door verscheidene mensen laten lezen. Ik kreeg hier feedback op, waar ik ook echt zeker wat mee kon. Maar de deadline naderde en mijn werk had geen einde. Ik heb uiteindelijk besloten te betalen voor een inzending en mijn verhaal in te zenden, ondanks het feit dat er nog heel veel werk aan moest gebeuren. (En mijn werk toch stiekem prioriteit had.) Ik koos ervoor om dit jaar mee te doen. Ik had het gemist het jaar ervoor en moest en zou iets inzenden.
Misschien was dat een vergissing, maar daarover later meer.
Zondagochtend. Om tien uur stond ik klaar op station Leiden Centraal om onderweg te gaan naar de prijsuitreiking van Fantastels samen met Jasper Polane. Het was een voorspoedige reis, waar we geen enkele trein, metro of bus hebben gemist.
De inloop was om half twee, maar omdat bussen maar eens in het uur gingen had ik gemikt op de bus die aankwam om één uur. Dat was het plan.
Of ik nou aan het overcompenseren was voor de zomertijd, of dat ik me gewoon ergens als een wiskundig wonder (not) een uur heb lopen verrekenen, wij waren om twaalf uur op locatie. Gelukkig scheen het zonnetje en was de zoon van de organisator met een fles cola langs gekomen zodat we ook onze dorst hebben kunnen lessen.
We hebben ook nog een halfuurtje in de bieb gezeten, waardoor ik zelfs nog wat schrijfwerk gedaan heb. (Ik wil een laptop met e-ink scherm, maar dat is een ander verhaal.)
Dan, twee uur, begon de daadwerkelijke uitreiking.
Zoals elk jaar begonnen we met een algemeen praatje, direct gevolgd door… *gasp* de kwalificaties. Ik weet elk jaar wel zeker dat ik netjes overal mijn naam uitgehaald heb en dat mijn verhaal echt een fantastisch element heeft, maar ik blijf die sheet vrezen. Dat fantastische element zit meestal wel goed, maar MS Word heeft de nare neiging om overal een naam bij te sneaken. En ook al controleer ik daar echt vijf keer op voordat ik een bestand in stuur, ik blijf bang dat ik iets gemist heb.
Gelukkig ‘overleefde’ ik die gevreesde slide.
Daarna volgde de poedelprijs. Dit is de prijs voor het laagst geëindigde verhaal. Op zich is dat elk jaar weer een leuk boekje, maar ik hoop hem toch elk jaar niet te winnen.
Vanaf het laagst geëindigde verhaal wordt er dan opgeteld. Elke slide hoop je jezelf niet te zien. Dit kan nogal spannend worden als je hoog geëindigd bent, maar dat is wat mij betreft wel een charme van de Fantastels prijsuitreiking.
Ik hoefde me hierover dit jaar geen zorgen te maken. Ik overleefde de eerste slide, maar bij de tweede slide lag ik eruit, met een 89e plek.
Tja, dat krijg je ervan als je inzending eigenlijk nog niet af is bij insturen.
Was ik verbaasd? Niet echt. Was ik teleurgesteld. Natuurlijk.
Ja, ik hoopte dat ik ondanks mijn halve werk al genoeg had laten zien om lekker hoog te eindigen. Niet in de tweede ronde, maar wel in ieder geval halverwege. Realisme is helaas niet iets waar hoop aan moet voldoen.
En ja, ik vond het mijn eer wel een beetje te na om zo laag te eindigen. (Ook al kan ik ook zien dat mijn verhaal die plek verdiend…)
Laat ik me uit het veld slaan? Nee, nooit!
Volgend jaar ga ik een goed verhaal insturen, voldoende geredigeerd, een mooi plot. Ik ga dan lekker de feniksprijs winnen (want die kans moet ik nu niet laten lopen natuurlijk). Oh, en natuurlijk gewoon de 1e prijs.
Ik heb dan ook de rest van de uitreiking half al andere verhalen zitten te bedenken. Zoveel ideeën, maar er mogen er maar drie mee doen. (En ik heb misschien niet genoeg tijd om alles uit te werken…).
Natuurlijk heb ik ook nog meegekeken met de plaatsing van de overige deelnemers.
Zoals elk jaar leer je weer een hoop van wat er in de intermezzo’s wordt verteld of wat de juryleden nog over de verhalen vertellen.
Tot slot hebben we de avond afgesloten met een gezamelijk eten, net als voorgaande jaren erg gezellig. Hoewel ik wel een tikkeltje spijt heb van het feit dat ik mijn verhaal toch heb ingestuurd was gisteren een geslaagde dag. Mijn dank aan Anaïd Haen en haar team!
Volgend jaar weer. (Zeker omdat ik dan de 1e plaats ga winnen. 😉 )